Tilburg,
06
juli
2017
|
10:56
Europe/Amsterdam

“De naam conservatorium gaat van de gevel”

Tilburgs conservatorium wordt volledig Engelstalig

Ons hoger onderwijs ‘verengelst’. Steeds meer Nederlandse universiteiten en hogescholen flirten met het Engels als voertaal. ‘Rampzalig’ of zelfs ‘onwettig’ roepen tegenstanders. Raf De Keninck ‒ Director Department Music van FHK ‒ voelt zich niet aangesproken. Onder de nieuwe naam ‘AMPA’ wordt zijn opleiding vanaf september volledig internationaal.

“Ons onderwijs zit midden in een evolutie,” stelt De Keninck. “Sommige ontwikkelingen hou je eenvoudig niet tegen. We voegen de daad bij het woord. Het curriculum van de Academy of Music and Performing Arts is volledig vernieuwd- inclusief een overstap naar integraal Engelstalig onderwijs.” Zes vragen aan de man achter de drastische ommezwaai.

In het kort: Wat gaan jullie doen?
Raf de Keninck: “We kiezen voor een nieuw opleidingsprofiel, met als centrale vraag: Wat zijn de competenties van een succesvol musicus anno 2020? Zo komen we tot de formulering van zes key skills. Te weten: Ensemblespel; Zelfmanagement; Interdisciplinariteit; Praktijkgericht onderzoek; Collectief Ondernemerschap en Internationale Verbondenheid.”

“Toekomstige afstudeerders moeten vanuit een hoog reflecterend vermogen weten wat ze willen en kunnen. Hoe ze precies relevant zijn in een veranderende muziekmarkt. Musici hebben tegenwoordig veel meer een gemengde beroepspraktijk. Ze geven les, spelen in ensembles en doen allerlei losse projecten. Zo staan ze midden in de samenleving: ze moeten co-creëren en ondernemen. Een vaste baan in een orkest? Dat is slechts één van de mogelijkheden en alleen nog weggelegd voor de happy few.”

Wat houdt die ‘Internationale Verbondenheid’ in?
“Afstudeerders zijn straks expliciet in staat om een internationaal netwerk op te bouwen en te werken in internationale contexten. Een muziekprofessional moet per definitie breed denken. Het is alleen maar goed om dat besef al direct te verweven in de studie. Overigens is de focus ook nu al internationaal. Zo werken we ‒ rond het internationale subsidiefonds Erasmus+ ‒ samen met conservatoria in Portugal en Denemarken. Ook zijn er samenwerkingsconvenanten met opleidingen in Zuidoost-Azië. Ik besef dat niet iedere student die wij afleveren de wereld gaat rondreizen. Maar ik wil afstudeerders wel zo optimaal mogelijk voorbereiden op hun beroepspraktijk. Die is binnen de muziek per definitie internationaal.”

De voertaal op de nieuwe opleiding is Engels. In het hoger-onderwijsveld is er volop kritiek op die ‘verengelsing’. Hoe kijk jij daar tegenaan?
“Voor sommige studierichtingen snijdt die kritiek zeker hout. Maar ons vehikel is de muziek. Per definitie een uitgesproken internationale taal én sector. Ik heb twintig jaar als dirigent gewerkt en de keren dat ik daarbij in het Nederlands communiceerde zijn op de vingers van één hand te tellen. Juist dat aspect willen we in de nieuwe opleiding meer naar voren halen. Ik ben ervan overtuigd dat toekomstige afstudeerders meer ‘over de grens’ moeten denken, zowel letterlijk als figuurlijk.”

Hoeveel internationale studenten heb je momenteel in huis?
“20 procent misschien. Maar we willen daarin uiteraard groeien. Over drie jaar denk ik aan een verdriedubbeling. Voor AMPA hebben we nu al dubbel zo veel aanmeldingen. De nieuwe inschrijvers komen maar liefst uit 31 verschillende landen. Blijkbaar zijn we erin geslaagd om echt iets innovatiefs neer te zetten. Ik maak er een sport van om bij alle toelatingsexamens aanwezig te zijn. Ik zie daar studenten uit Rusland, Japan, Uruguay. Als ik vraag: Waarom Tilburg of all places?, is het antwoord anoniem: het opleidingsprogramma.”

Hoe zorg je ervoor dat iedereen straks keurig Engels spreekt in de wandelgangen?
“Natuurlijk is dat veel sneller gezegd dan gedaan. Ik werd destijds aangewezen om FHK-breed een taalbeleid te formuleren. Mijn eerste reactie: Dat heb ik weer… Toen ik eens ging Googlen zag ik hoeveel weerstand er is tegen het Engels. Maar de wereld staat niet stil. Vandaag zitten we misschien nog in een overgangstijd. Maar een blik in de toekomst leert dat ons onderwijs alleen maar internationaler wordt. Mijn kinderen zijn nu 11 en 13. De jongste krijgt al Engels sinds de kleuterschool.”

Ander kritiekpunt is dat het gebrekkige Engels van veel docenten de onderwijskwaliteit ondermijnt.
“Ook dit is een deel van die evolutie. Dat taalniveau wordt vanzelf beter. Ook nu al werken onze docenten continu in een internationale setting. Maar ik snap dat het niet allemaal polyglotten zijn. Daarom gaan we eraan werken om het taalniveau naar een hoger plan te tillen. Docenten kunnen gebruikmaken van een professionaliseringstraject. Uiteraard heb ik alle begrip voor de koudwatervrees. Maar in wezen beheersen de Nederlanders het Engels niet eens zo slecht, zeker als je het vergelijkt met Duitsers en Fransen. Veranderingen moeten groeien. Je bent niet van de ene op de andere dag ‘om’.”

In het ‘kleine’ Tilburg durft De Keninck groot te denken. “In Nederland zijn we een van de kleinere conservatoria. Maar dat betekent niet dat we ook een beperkte visie moeten hebben. We kiezen er bewust voor om binnen een context van hoge kwaliteit de traditie enigszins los te laten. De naam ‘Conservatorium’ gaat van de gevel. Dat was wel even een dingetje. Maar het AMPA-concept zet de muziek in een breder, eigentijdser kader. Het is alleen maar mooi om hierbij in Nederland een voorloper te zijn.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]