Sittard,
05
november
2019
|
16:34
Europe/Amsterdam

‘Leraar moet niet langer schaap met vijf poten zijn’

Het water staat leraren aan de lippen, onder meer door het lerarentekort. Daarom gaan ze, ondanks toegezegde miljoenen, 6 november toch staken. Maar er zijn ook lichtpuntjes. De instroom op hogescholen groeit weer. Ook bij Fontys, de grootste lerarenopleider van Nederland. Een nieuw onderwijsprogramma moet ervoor zorgen dat deze studenten niet voortijdig afhaken.

Alle aandacht voor het lerarentekort in de politiek en de media hebben volgens Anton van den Brink, directeur van Fontys Lerarenopleiding Sittard (één van de tien lerarenopleiders van Fontys) een positief effect gehad. “We zien dat mensen weer vaker voor het lerarenvak kiezen, ook werkenden die zich laten omscholen of werklozen die hun kans grijpen.”

Niet dat hij denkt dat staken niet nodig is. “De staking is zeer terecht. Er moet vooral wat worden gedaan aan de grootte van de klassen en het maximaal aantal lesuren per week.”

Groei in krimpregio
Maar wat betreft instroom is er volgens de directeur al wel een kentering: na jarenlange daling van het aantal Anton van den Brinkeerstejaars, is er nu bij veel opleidingen een behoorlijke toename, vooral bij de pabo’s.

Overigens is er landelijk gezien nog steeds een kleine daling (2,3 procent). Fontys heeft een stijging van 9,6 procent.

Bij de lerarenopleidingen in Sittard is de groei 5 procent (zie kader voor de andere instituten) en het opmerkelijke is dat die groei vooral bij de voltijdstudenten zit. “En dat in een krimpregio, waar jonge mensen wegtrekken”, zegt de directeur.

Fontys Sittard staat goed bekend, onder meer om zijn kleinschaligheid en krijgt in de Keuzegids Hbo steeds heel goede beoordelingen. Dat werpt volgens de directeur zijn vruchten af, waardoor de opleiding zelfs enkele studenten uit Amsterdam en Groningen trekt. Maar ook in Sittard moet hard worden gewerkt om deze studenten niet te verliezen door uitval.

Derde valt uit
Een derde van de studenten aan de lerarenopleidingen valt namelijk uit. Van de voltijdstudenten zelfs 41 procent. Bij Fontys gaat dat om honderden studenten die verloren gaan voor het onderwijsvak; er studeren op het moment in het domein Educatie 3000 eerstejaarsstudenten, van associate degree tot master, voor het hele brede onderwijsveld (basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs).

Instroomcijfers per 1 oktober 2019

Lerarenopleiding Tilburg 1088 (-1,9%)
Kind en Educatie (pabo’s) 561 (+27,5%)
Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg 399 (+27,9%)
Lerarenopleiding Sittard 286 (+5,1%)
Sporthogeschool 141 (-9,6%)
De nieuwste Pabo 97 (+47%)
PTH (voor techniekdocent) 82 (+28,1%)
Kunsten 186 (+2,8%)
Pedagogiek 48 (+45,5%)
Theologie Levensbeschouwing 9 (11 studenten in 2018)

Totaal: 2897 (+9,6)            

De hogeschool heeft de laatste jaren steeds meer aandacht besteed aan studie-uitval en daarvoor onder meer het programma Studiesucces opgezet. Er zijn allerlei redenen om te stoppen, het is een breed probleem.

Studenten kiezen soms verkeerd, hebben geen goed beroepsbeeld of er spelen persoonlijke omstandigheden. Met allerlei projecten ondersteunt Fontys studenten bij hun keuze en vervolg van de studie, onder meer met de Startthermometer.

Grote uitval
Bij de lerarenopleidingen is de uitval echter nog iets hoger dan gemiddeld bij andere opleidingen. Hoe komt dat? Volgens Van den Brink speelt mee dat deze opleidingen steeds meer zijn gaan opleiden voor ‘het schaap met de vijf poten’.

“Dat komt omdat je voor een bepaald vak werkelijk álles moet weten. Bij een docent elektrotechniek gaat dat bijvoorbeeld van de kleinste microchip tot de grootste windmolens. Daarbij worden de eisen op vakdidactisch en pedagogisch niveau steeds hoger.”

Hierdoor kunnen studenten volgens hem het gevoel krijgen dat ze niet geschikt zijn voor het leraarschap en ermee stoppen. “Dat is zonde en vaak onnodig”, zegt de directeur.

Experimentele onderwijsprogramma’s
De hogeschool is daarom samen met de sector bezig om te experimenteren met een nieuwe opzet van het onderwijsprogramma. Dat moet flexibeler worden en met veel meer differentiatiemogelijkheden, met als extra voordeel dat ook switchen en bijscholen makkelijker wordt.

“We willen studenten vooral de vaardigheid aanleren om snel kennis eigen te maken en daarnaast basiskennis over didactiek, toetsen en evalueren bijbrengen. Die basiskennis is dan voor iedere docent vergelijkbaar, daar bovenop komen de specialisaties, bijvoorbeeld omdat iemand aardrijkskundeleraar wil worden of in het beroepsonderwijs wil werken.

“De opbouw is dan: vaardigheden plus kennis”, legt Van den Brink uit. Alleen is die kennis dan specialistischer. Doordat de basis aanwezig is, kan iedereen met een korte opleiding zich snel specialiseren in een andere richting, is het idee. “En studenten hebben meer tijd om zich op basis van hun eigen talent te ontwikkelen.”

Van den Brink verwacht dat na 2022 de meeste opleidingen op deze manier ingericht zullen zijn [Petra Merkx]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.